De Nederlandse taal wordt vaak gezien als lastig te leren en beheersen. Voor ons Nederlanders is dit natuurlijk lastig voor te stellen, maar toch is het zo. Dit geldt overigens veel minder voor de Duitse taal. Er zijn namelijk een groot aantal verschillen tussen beide talen, met name in uitspraak en articulatie. Vooral in dit laatste zit voor de meeste Nederlanders de grootste moeite. Natuurlijk is het vaak niet lastig om Duits te leren, omdat ons Nederlands nauw verwant is aan de taal. Dit komt doordat ze beide afstammen van de Germanen. Meer over de verschillen tussen beide is hieronder te lezen.

Articulatie

Ten eerste is de uitspraak van veel Duitse woorden erg verschillend aan die van ons Nederlanders. Het woord theater wordt bij ons uitgesproken als tee-jaa-ter, maar in het Duits klinkt het als tee-aa-ter. Vaak is het ook zo dat het bij onze taal niet helemaal duidelijk is waar een woord eindigt en waar het volgende weer begint. Dat is bij onze buren wel zo. Daarnaast zijn de voorvoegsel in het Duits, met name ver- en be-, erg duidelijk gearticuleerd, waardoor het veel duidelijker is welk woord bedoelt wordt. Dit maakt de taal ook gelijk mooier. Meestal is de articulatie te leren bij een bepaalde taalcursus, bijvoorbeeld van een cursus zakelijk Duits.

Uitspraak

Hoewel veel mensen het niet denken, er zit wel degelijk een verschil tussen de articulatie en de uitspraak van woorden. Bij articulatie gaat het om de manier van het spreken van bepaalde lettergrepen en klemtonen. Bij de uitspraak gaat het juist om de klank van het uitspreken. Bijvoorbeeld het woord bal. In het Engels wordt dit achter in de mond gesproken, terwijl het in het Duits voor in de mond ligt, met de tong tussen de tanden. Verder is het in het Duits veel gemakkelijker om de klemtoon goed te leggen. Deze ligt namelijk meestal voor aan het woord en deze verschuift doorgaans niet als je een zelfstandig naamwoord en het bijbehorende werkwoord met elkaar vergelijkt. In onze taal verschuift de klemtoon van wanhoop van voor naar achteren, als we kijken naar wanhopig. Ten slotte zitten er verschillen in de uitspraak van de letters p, t en k. Wanneer een blaadje of een hand voor de mond gehouden wordt, beweegt het blaadje niet of voelt u geen wind langs uw hand tijdens het uitspreken hiervan. In het Duits hoort het blaadje wel te wapperen.