Voor het geschreven Pools wordt gebruik gemaakt van het Latijnse alfabet. Toch zien sommige letters er anders uit dan bij ons. Door verschillende tekens toe te voegen, kunnen dezelfde letters voor verschillende klanken staan. Zo staat bijvoorbeeld de ‘ń’ voor een andere klank dan de ‘n’ en deze worden ook echt als twee afzonderlijke letters beschouwd. Het Poolse alfabet telt 32 tekens. Daarnaast heeft de taal ook een aantal lettercombinaties die een specifieke klank uitdrukken. Wij zien in onze taal dat principe bijvoorbeeld bij de ‘ch’, die een g-klank beschrijft.

Deze eigenschappen van het Pools lijken op het eerste gezicht misschien ingewikkeld maar eigenlijk is de spelling relatief eenvoudig. Ze is regelmatig en als je eenmaal een basiskennis in huis hebt, kun je vanuit de spelling gemakkelijk de juiste uitspraak van een woord herleiden.

Pools: Grammatica

De ruimte is hier uiteraard te beknopt om een uitgebreide beschrijving te geven van de complete grammatica van het Pools. We beperken ons tot een aantal basisprincipes.

Het Pools kent drie tijden: verleden tijd, tegenwoordige tijd en toekomende tijd. In dat opzicht zit de taal een stuk makkelijker in elkaar dan bijvoorbeeld het Engels. Net als het Nederlands onderscheidt het Pools drie geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Dit is echter niet af te leiden uit de gebruikte lidwoorden: die bestaan namelijk niet in het Pools.

Wat deze, en veel andere Slavische talen, vooral ingewikkeld maakt voor mensen die ze willen leren, zijn de naamvallen. In het Pools worden maar liefst zeven (!) naamvallen onderscheiden. Zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden en telwoorden worden allemaal vervoegd naar deze naamvallen en daarbij wordt ook nog eens onderscheid gemaakt naar geslacht.

Alle uitgangen leren en ze correct toepassen is dan ook een behoorlijke kluif voor de buitenlandse student.